>@EIB/Royal FrieslabdCampina

De Europese Investeringsbank (EIB) heeft aan FrieslandCampina een lening van 150 miljoen euro toegekend voor de R&D-activiteiten van dit bedrijf in Europa. Het is de eerste keer dat het een lening verstrekt aan een bedrijf in de Nederlandse agrarische sector.

De geschiedenis van FrieslandCampina gaat terug tot het jaar 1871, toen negen boeren een kaasfabriek in de Nederlandse Wieringerwaard overnamen. Inmiddels is het bedrijf door middel van fusies één van 's werelds grootste bedrijven in zijn soort en is het actief in meer dan honderd landen. Het bedrijf is in handen van een coöperatie met dezelfde naam. De transactie met de EIB ondersteunt de innovatiekracht van het bedrijf, waardoor het zijn toonaangevende positie in een concurrerende markt kan verstevigen.

'De EIB is trots dat het een Nederlands bedrijf dat al zo lang bestaat kan ondersteunen’, aldus de Vice-President van de EIB Pim van Ballekom. 'Melk en melkproducten staan centraal in de voeding van veel mensen en het belang van R&D betreffende de producten die zij consumeren mag niet worden onderschat. Hoewel we in het verleden de landbouw al indirect via MKB-kredietfaciliteiten hebben ondersteund, is deze transactie voor ons een duidelijk voorbeeld van wat de EIB voor de sector kan betekenen.'

FrieslandCampina zal de financiering gebruiken voor R&D-activiteiten in Europese faciliteiten, waarvan het grootste deel zal worden uitgevoerd in het eigen innovatiecentrum in Wageningen, Nederland. De activiteiten zullen zijn gericht op de gebieden voeding, food structuring, verpakking, procestechnologie, alsook aspecten die verband houden met zintuiglijke en dieetwensen in relatie tot zuivelproducten.

Hein Schumacher, CFO van Koninklijke FrieslandCampina NV: ‘De lening van de EIB biedt ons de gelegenheid om onze Europese activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie onder gunstige voorwaarden te financieren. Deze activiteiten worden voornamelijk uitgevoerd in ons innovatiecentrum in Wageningen, waar ruim 300 R&D-medewerkers in verschillende disciplines en uit alle delen van de wereld samenwerken om het potentieel van melk als voedingsmiddel te benutten.’