>@Tim Smit/EIB

De Europese Investeringsbank (EIB) en het Vlaamse rioolwaterzuiveringsbedrijf Aquafin hebben de opname van een eerste tranche van 100 miljoen euro binnen een nieuwe leningsovereenkomst van 200 miljoen euro ondertekend. Het is het eerste deel van de tiende financieringsovereenkomst sinds de oprichting van Aquafin in 1990, wat het vertrouwen bevestigt tussen beide partijen. De lening zal gebruikt worden voor de verdere uitbouw en optimalisatie van de Vlaamse waterzuiveringsinfrastructuur.

De projecten die Aquafin uitvoert, moet het ook financieren. Aquafin moet dus voortdurend op zoek naar financiering, waardoor dit voor het bedrijf zonder meer een kernactiviteit is. “De EIB is altijd al onze belangrijkste investeerder geweest en voorziet in ongeveer de helft van onze totale financieringsbehoefte op lange termijn, dat is vanaf het moment van oplevering van een project,” zegt Jan Goossens, algemeen directeur bij Aquafin. “De andere helft kunnen we invullen met financiering door institutionele beleggers en andere financiële instellingen. De periode waarin de projecten in uitvoering zijn, overbruggen we met korte termijnfinanciering.”

Klimaatgerelateerde investeringen

Pim van Ballekom, Vice-President van de EIB verantwoordelijk voor België, zei over de operatie: “De samenwerking met Aquafin gaat erg lang terug en is een duidelijk voorbeeld van waar Europese leningen grote impact kunnen hebben op lokaal niveau, vaak zonder dat veel mensen daar erg in hebben. De EIB heeft zich als doel gesteld om minstens 25% van haar leningen aan klimaat-gerelateerde projecten te geven, daarom zijn we verheugd met de hoge maatstaven die Aquafin ook op dat gebied hanteert.”

Omdat investeringen van bedrijven een impact hebben op mens, milieu en maatschappij, hecht de EIB net als veel andere investeerders alsmaar meer belang aan de duurzaamheid van de projecten die ze steunt. In de voorbereiding van de tiende financieringsovereenkomst tussen Aquafin en de EIB lag hier dan ook meer dan ooit de klemtoon op.

Jan Goossens: “Wij moesten aantonen dat minstens een kwart van de investeringswaarde van de projecten waarvoor we financiering vragen, een duidelijk positieve impact zal hebben op de klimaatverandering. Projecten voor de afkoppeling van hemelwater van de afvalwaterinfrastructuur en optimalisatieprojecten die ons beter wapenen tegen de klimaatverandering, voldoen volledig aan deze voorwaarde. Projecten waarmee we enkel vuilvracht aansluiten op de waterzuivering volstaan dan weer niet, ook al dragen ze wel bij tot een beter leefmilieu. Wij hebben de analyse in het kader van deze tiende lening als een leerrijke oefening ervaren. Het heeft ons ertoe aangezet om onze projecten eens door een andere bril te bekijken.”